Op vakantie is het je zeker al opgevallen hoe kleuren per cultuur kunnen verschillen. In een ander land koop ik vaak heel enthousiast iets mooi en kleurrijks en eens uit de vakantiesfeer, vind ik het toch niet meer zo mooi of kan ik er eigenlijk niets mee. Zo heb ik wel enkele stukken in mijn kast liggen.
Als Turkse ben ik kleurrijk gekleed opgegroeid. Kleurcombinaties kenden mijn ouders niet. Ze waren al blij dat ze kleren konden kopen. Mijn kleurrijke-niet-bij-elkaar-passende kledingcombinaties heb ik gedragen tot ik ongeveer 22 jaar was en zelf geld verdiende om betere keuzes te maken. Al hoeft geld geen rol te spelen om de juiste combinaties te maken maar vroeger had je niet zoveel keuzes en waren kring- of tweedehandswinkels niet zo talrijk en populair.
Ik merk dat ik door mijn achtergrond en opvoeding veel sneller kies voor kleurrijke kleren dan mijn (Belgische) vriendinnen die zich neutraler kleden of in het beste geval er een accentkleur bij doen. Doordat zij in hun kindertijd meer kleding hebben gedragen en gekregen die beter op elkaar was afgestemd (lees: beter over nagedacht), kiezen en kopen zij minder intuïtief en impulsief hun kleren en kleuren.
Er is hier geen “Wat is nu beter?”. Zelf ben ik wel blij dat ik meer van kleuren hou. Ik geniet er ook echt van om naar kleuren te kijken. Het is als voeding voor mijn ogen en ziel. Het doet me goed.